09 september 2024
Nieuwe regels voor energieprestatiecertificaten in 2025: wat vastgoedeigenaars moeten weten
Met de komst van nieuwe energieprestatieregels in Vlaanderen, zullen vastgoedprofessionals in 2025 hun werkwijze moeten aanpassen. De belangrijkste veranderingen hebben betrekking op energieprestatiecertificaten (EPC) voor niet-residentiële gebouwen, met specifieke aandacht voor grote niet-residentiële eenheden. Er wordt dus een onderscheid gemaakt tussen kleine niet-residentiële gebouwen (KNR), en grote niet-residentiële gebouwen (NR).
Gemengde functies binnen één gebouweenheid
Het kan een uitdaging zijn om het aantal gebouweenheden binnen een gebouw te bepalen, zeker bij gemengde functies. Voor de hoofdbestemming van een gebouw wordt gekeken naar het grootste aandeel van het bruto vloeroppervlak (BVO). Indien meer dan 70% van het BVO bestemd is voor industriële doeleinden, dan geldt de bestemming ‘industrie’ en is er geen EPC verplicht met uitzondering van aaneengesloten kantoorgedeeltes met een oppervlakte vanaf 250m², die sowieso binnen het toespassingsgebied van het EPC NR vallen, ongeacht de grootte van het industrie gedeelte.
Wat is een verschil tussen KNR en NR?
Een energieprestatiecertificaat (EPC) geeft informatie over het energieverbruik van een gebouweenheid. Voor vastgoedtransacties, zoals verkoop of verhuur, is het verplicht om een EPC voor te leggen. Sinds 2020 is het EPC vereist voor kleine niet-residentiële (KNR) gebouwen, en vanaf 2023 is dit uitgebreid naar grote niet-residentiële (NR) eenheden. Als de gebouweenheid groter is dan 500 m² en/of deel uitmaakt van een groter aaneengesloten geheel van niet-residentiële eenheden die groter is dan 1.000 m² ( denk aan een shoppingcenter) dan moet de gebouweenheid een EPC NR hebben. Is de oppervlakte echter kleiner dan 500m² én het maakt geen deel uit van een groter aaneengesloten geheel van meer dan 1.000 m², mag je kiezen om een EPC KNR te laten opstellen.
Voor de EPC NR is niet alleen de isolatie van de gebouwschil van belang, maar ook het aandeel hernieuwbare energie. Vlaanderen streeft er immers naar om tegen 2050 volledig koolstofneutraal te zijn. ( = 100% hernieuwbare energie ). Het EPC NR moet 5-jaarlijks hernieuwd worden, ongeacht verkoop of verhuur of andere overdracht.
Tijdslijn EPC NR
1. 2025: vanaf 1 januari 2025 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan of gelijk aan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop (en andere overdrachten) of verhuur.
2. 2026: vanaf 1 januari 2026 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte kleiner dan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop (en andere overdrachten) of verhuur.
3. 2028: vanaf 1 januari 2028 moeten alle grote gebouweenheden van publieke gebouwen en overheidsgebouwen (behalve voor gemeenschapsonderwijs en gesubsidieerd onderwijs) over een geldig EPC NR beschikken, waaruit blijkt dat minimaal een label E behaald wordt
4. 2030: vanaf 1 januari 2030 moet elke grote niet-residentiële eenheid over een geldig EPC NR beschikken, waaruit blijkt dat minimaal een label E behaald wordt. Dit komt overeen met 15% hernieuwbare energie.
Hou uw energieverbruik en opwekking bij
Het is enkel mogelijk om het aandeel hernieuwbare energie te berekenen als zowel de verbruiken van energie gekend zijn, als de energie die opgewekt werd. Hou dit dus best jaar na jaar bij. Het zou jammer zijn om als eigenaar inspanningen te leveren die niet in het EPC vertaald kunnen worden omdat de bemetering van bij voorbeeld de zonnepanelen of de het aandeel verwarming van de warmtepompen ontbreekt.
Renovatieplicht en subsidies
Vanaf 2023 geldt een renovatieplicht voor residentiële en kleine niet-residentiële gebouwen met een slecht EPC-label. Gebouwen met energielabel E of F moeten binnen vijf jaar na aankoop gerenoveerd worden naar label D of beter. Dit kan aanzienlijke financiële gevolgen hebben voor kopers en verkopers van vastgoed. Er zijn echter subsidies beschikbaar voor energiebesparende maatregelen, wat renovaties aantrekkelijker maakt.
Conclusie
Met de aangescherpte regels rondom EPC’s wordt het voor vastgoedprofessionals steeds belangrijker om op de hoogte te zijn van de nieuwste regelgeving. Dit geldt niet alleen voor residentiële gebouwen, maar ook voor niet-residentiële eenheden.
Met dank aan Matthieu Vanderbeken van CertiPlus - www.certiplus.be - [email protected] - 09/324 80 80
Het kan een uitdaging zijn om het aantal gebouweenheden binnen een gebouw te bepalen, zeker bij gemengde functies. Voor de hoofdbestemming van een gebouw wordt gekeken naar het grootste aandeel van het bruto vloeroppervlak (BVO). Indien meer dan 70% van het BVO bestemd is voor industriële doeleinden, dan geldt de bestemming ‘industrie’ en is er geen EPC verplicht met uitzondering van aaneengesloten kantoorgedeeltes met een oppervlakte vanaf 250m², die sowieso binnen het toespassingsgebied van het EPC NR vallen, ongeacht de grootte van het industrie gedeelte.
Wat is een verschil tussen KNR en NR?
Een energieprestatiecertificaat (EPC) geeft informatie over het energieverbruik van een gebouweenheid. Voor vastgoedtransacties, zoals verkoop of verhuur, is het verplicht om een EPC voor te leggen. Sinds 2020 is het EPC vereist voor kleine niet-residentiële (KNR) gebouwen, en vanaf 2023 is dit uitgebreid naar grote niet-residentiële (NR) eenheden. Als de gebouweenheid groter is dan 500 m² en/of deel uitmaakt van een groter aaneengesloten geheel van niet-residentiële eenheden die groter is dan 1.000 m² ( denk aan een shoppingcenter) dan moet de gebouweenheid een EPC NR hebben. Is de oppervlakte echter kleiner dan 500m² én het maakt geen deel uit van een groter aaneengesloten geheel van meer dan 1.000 m², mag je kiezen om een EPC KNR te laten opstellen.
Voor de EPC NR is niet alleen de isolatie van de gebouwschil van belang, maar ook het aandeel hernieuwbare energie. Vlaanderen streeft er immers naar om tegen 2050 volledig koolstofneutraal te zijn. ( = 100% hernieuwbare energie ). Het EPC NR moet 5-jaarlijks hernieuwd worden, ongeacht verkoop of verhuur of andere overdracht.
Tijdslijn EPC NR
1. 2025: vanaf 1 januari 2025 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan of gelijk aan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop (en andere overdrachten) of verhuur.
2. 2026: vanaf 1 januari 2026 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte kleiner dan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop (en andere overdrachten) of verhuur.
3. 2028: vanaf 1 januari 2028 moeten alle grote gebouweenheden van publieke gebouwen en overheidsgebouwen (behalve voor gemeenschapsonderwijs en gesubsidieerd onderwijs) over een geldig EPC NR beschikken, waaruit blijkt dat minimaal een label E behaald wordt
4. 2030: vanaf 1 januari 2030 moet elke grote niet-residentiële eenheid over een geldig EPC NR beschikken, waaruit blijkt dat minimaal een label E behaald wordt. Dit komt overeen met 15% hernieuwbare energie.
Hou uw energieverbruik en opwekking bij
Het is enkel mogelijk om het aandeel hernieuwbare energie te berekenen als zowel de verbruiken van energie gekend zijn, als de energie die opgewekt werd. Hou dit dus best jaar na jaar bij. Het zou jammer zijn om als eigenaar inspanningen te leveren die niet in het EPC vertaald kunnen worden omdat de bemetering van bij voorbeeld de zonnepanelen of de het aandeel verwarming van de warmtepompen ontbreekt.
Renovatieplicht en subsidies
Vanaf 2023 geldt een renovatieplicht voor residentiële en kleine niet-residentiële gebouwen met een slecht EPC-label. Gebouwen met energielabel E of F moeten binnen vijf jaar na aankoop gerenoveerd worden naar label D of beter. Dit kan aanzienlijke financiële gevolgen hebben voor kopers en verkopers van vastgoed. Er zijn echter subsidies beschikbaar voor energiebesparende maatregelen, wat renovaties aantrekkelijker maakt.
Conclusie
Met de aangescherpte regels rondom EPC’s wordt het voor vastgoedprofessionals steeds belangrijker om op de hoogte te zijn van de nieuwste regelgeving. Dit geldt niet alleen voor residentiële gebouwen, maar ook voor niet-residentiële eenheden.
Met dank aan Matthieu Vanderbeken van CertiPlus - www.certiplus.be - [email protected] - 09/324 80 80